Lactose intolerantie is een overgevoeligheid voor lactose. Ongeveer 10% van de Nederlandse bevolking heeft last van lactose intolerantie. Lactose is een suiker dat in melk en melkproducten voorkomt en wordt ook wel melksuiker genoemd. Door het consumeren van (melk)producten die lactose bevatten kunnen er klachten ontstaan als darmkrampen, misselijkheid of diarree. Om lactose te verteren maakt ons lichaam het enzym lactase aan. Bij personen met lactose intolerantie wordt er minder of geen lactase aangemaakt. Het gevolg hiervan is dat het lichaam de lactose moeilijk kan verteren.
Lactose intolerantie wordt veroorzaakt door een tekort aan het enzym lactase. Dit wordt ook wel lactasedeficiëntie of lactase-tekort genoemd. De meestvoorkomende oorzaak is een onvoldoende productie van lactase. Echter kan het ook ontstaan doordat de darmwand beschadigd is, bijvoorbeeld door een (chronische) darmontsteking, darminfectie of bestraling. De darmwand is hierdoor niet in staat voldoende lactase aan te maken. Dit wordt ook wel secundaire lactose-intolerantie genoemd en vaak tijdelijk van aard. Wanneer de darm weer herstelt wordt er weer voldoende lactase aangemaakt. Ook kan het aangeboren zijn dat je weinig lactase aanmaakt, dit blijft levenslang aanhouden. Gelukkig komt dit niet vaak voor.
De hoeveelheid lactose die iemand kan verdragen verschilt per persoon. Sommigen hebben last na een scheutje melk en anderen pas na een grotere hoeveelheid. Er zijn ook lactosevrije zuivelproducten op de markt.
Allergie voor koemelk wordt vaak door elkaar gehaald met lactose-intolerantie. Bij een koemelkallergie reageert het immuunsysteem met een allergische reactie op de eiwitten die in koemelk zitten, niet op lactose. Een lactose-allergie bestaat dan ook niet. Bij lactose intolerantie ben je overgevoelig voor de suikers die in melk voor komen. Je kunt hiervoor een lactose intolerantie test doen. De klachten van koemelkallergie beperken zich niet alleen tot de buik maar gaan veel verder. Iemand met koemelkallergie ervaart vaak veel heftigere klachten en kan zelfs bij een klein scheutje koemelk al last krijgen.
Baby’s maken in hun eerste levensjaren veel lactase aan om grote hoeveelheden lactose te kunnen verdragen. Later wordt dit minder. Dit is de reden waardoor je lactose-intolerantie veelal bij volwassenen ziet. Koemelk allergie komt wel veel voor bij baby’s. Deze intolerantie komt op latere leeftijd meer voor bij inwoners van Azië en Afrika dan West-Europeanen. Dit komt omdat zij ook naarmate ze ouder worden melk blijven drinken en het aanmaken van lactase doorgaat.
Er zijn verschillende manieren om lactose-intolerantie te testen. Voorbeelden hiervan zijn de waterstof-ademtest, de eliminatie-provocatietest en Lactose Tolerantie Test (LTT).
Bij deze vorm van testen wordt de samenstelling van waterstof gemeten bij het uitademen na het consumeren van een suikeroplossing met lactose. Waterstofgas wordt door darmbacteriën aangemaakt bij de afbraak van lactose. Door de hoeveelheid waterstofgas in de adem te meten kan een darts bepalen of sprake is van lactose-intolerantie.
Voor een bepaalde periode wordt er een lactose-arm dieet gevolgd. Er wordt gekeken of de klachten na verloop van tijd minder worden. Vervolgens worden er langzaam lactose-houdende producten aan het dieet toegevoegd om te kijken of dit van invloed is.
Als lactose normaal gesproken afgebroken wordt door het enzym lactase wordt dit omgezet naar bloedsuiker en zal het bloedsuikergehalte hierdoor stijgen. Door het meten van bloedsuiker op verschillende momenten na het consumeren van lactose bevattende producten kan worden vastgesteld of het bloedsuikergehalte stijgt. Als dit niet het geval is, kan er sprake zijn van lactose-intolerantie.
Doordat de lactose niet volledig wordt afgebroken komt het onverteerd in de dikke darm terecht. De bacteriën in de dikke darm breken de lactose af waardoor er gassen en vetzuren vrij komen. Veel voorkomende symptomen van lactose-intolerantie zijn: